maandag 11 juni 2012

Toepassingskaart 7: LEERLINGVOLGSYSTEEM

Opdracht A:

Leerlingvolgsysteem
Op de Waterval wordt met een leerlingvolgsysteem gewerkt. Het doel van het leerlingvolgsysteem is de vorderingen en de ontwikkelingen van de individuele leerling te volgen en het onderwijs, daar waar mogelijk, op de behoefte van het kind af te stemmen. Naast de methodegebonden toetsen worden toetsen gebruikt uit het leerlingvolgsysteem van CITO. Deze toetsen hebben een landelijke normering, zodat gekeken kan worden hoe onze kinderen het op school doen in vergelijking met andere kinderen.
De uitslagen van de toetsen worden op de rapportavonden met u besproken.
Gedurende de schooltijd ontstaat voor elk kind een dossier (met o.a. rapportgegevens, kindbesprekingen, verslagen van eventuele huisbezoeken, gesprekken en afspraken met ouders, enz.).
De gegevens uit dit leerling-dossier kunnen een goed inzicht geven in de schoolloopbaan van het kind. Dit dossier blijft nog vijf jaar nadat de leerling de school heeft verlaten op school waarna het wordt vernietigd. Gegevens uit het leerling-dossier worden alleen met uw schriftelijke toestemming aan derden verstrekt.

1. Sluit het LVS aan op de visie van mijn stageschool?
Het LVS sluit goed aan op de visie van mijn stageschool. De school wil een goed inzicht geven in de schoolloopbaan van het kind. Het doel van het leerlingvolgsysteem is de vorderingen en de ontwikkelingen van de individuele leerling te volgen en het onderwijs, daar waar mogelijk, op de behoefte van het kind af te stemmen.

2. Ziet het schoolteam het LVS als een nuttig instrument of als verplichting van buitenaf (overheid/inspectie)?
Het schoolteam ziet het LVS als een nuttig instrument. Ze gebruiken het daarom erg vaak.

3. Wat zijn de bevindingen van mijn mentor met het LVS?
Mijn mentor vindt het werken met het CITO systeem erg handig. Zij voert de scores in en ze krijgt gelijk een overzicht van wat de leerlingen gescoord heeft. Ook is er een duidelijk overzicht van het gemiddelde van een leerling.

4. Wat vind ik zelf van het gekozen systeem?
Ik vind het een overzichtelijk systeem. Alles is duidelijk. De leerlingen staan duidelijk aangegeven en je ziet een handig overzicht.



Leerlingvolgsysteem CITO
Opdracht B en C (groepsproduct):

1.Geeft het LVS de ontwikkeling van alle type kinderen goed weer?
Met het programma maak je overzichtelijke analyses en rapporten en daarom is het een handig middel bij het nemen van strategische beslissingen. Het geeft uitgebreide rapporten op leerling-, groeps-, en schoolniveau. Op deze manier is het heel erg overzichtelijk en kun je goed zien wat welk kind nodig heeft en er worden ook nog suggesties gedaan.
2.Geeft het LVS duidelijk aan wanneer een gedragsvorm (ook leergedrag ) als problematisch beschouwd wordt?
Er wordt speciaal aandacht besteedt aan kinderen in cluster 1,2,3,4, het speciaal onderwijs en zorgleerlingen in het basisonderwijs. Voor het leergedrag hebben we SCOL.
3.Kunnen er groepsoverzichten gemaakt worden om te bekijken hoe het onderwijsaanbod aangepast moet worden?
Zoals je bij het antwoord op vraag 1 kunt lezen kun je rapporten op leerling-, groeps- en schoolniveau bekijken.
4.Zijn er diagnosemogelijkheden, geeft het LVS mogelijkheden om opgespoorde kinderen verder te onderzoeken?
Als je een foute analyse maken met de CITO dan wel en dan weet je waar de kinderen op uit vallen. Dan kun je de instructie daar op aanpassen.
5.Geeft het duidelijk aan wanneer er bij een kind naar externe deskundigheid moet worden gezocht?
Als een kind een D of een E blijft scoren en geen vooruitgang boekt en ook niet qua percentages maar blijft hangen, dan moet je hulp vragen.
6.Geeft het mogelijkheden m.b.t. begeleiding?
Ja, zie vorige vragen.
7.Hoeveel tijd kost het systeem de leerkracht per kind per jaar?
10 minuten per kind bij het CITO LVS. Bij SCOL is het 20 minuten per jaar.
LVS ParnasSys

1.Geeft het LVS de ontwikkeling van alle type kinderen goed weer?
Ja, er is bijvoorbeeld een handige functionaliteit voor de 1-zorgroute en het groepsplan. Ook bied de leerlingkaart een overzicht van alle gegevens van de leerling /groep op één scherm.
2.Geeft het LVS duidelijk aan wanneer een gedragsvorm (ook leergedrag) als problematisch beschouwd wordt?
In ParnasSys zit ook een leergedragsysteem in, dus alles in één. Je kunt bij de leerlingkaart een overzicht van alle gegevens tevoorschijn halen, zodat je alle informatie goed kunt bekijken.
3.Kunnen er groepsoverzichten gemaakt worden om te bekijken hoe het onderwijs aanbod aangepast moet worden?
Er kunnen groepsoverzichten gemaakt worden in het programma. Ook heeft ParnasSys voor het handelingsplan een vaste indeling en lay-out en binnen die indeling kan een eigen bibliotheek met schoolspecifieke plannen vastgelegd worden.
4.Zijn er diagnosemogelijkheden, geeft het LVS mogelijkheden om opgespoorde kinderen verder te onderzoeken?
Je kunt per leerling per vakgebeid kijken naar de ontwikkelingsprognose. Daarna kun je kijken hoe je dat verder gaat aanpakken.
5.Geeft het duidelijk aan wanneer er bij een kind naar externe deskundigheid moet worden gezocht?
Ja, door de ontwikkelingsprognoses die je kunt maken met het programma, kun je bekijken wanneer een kind naar externe deskundige moet.
6.Geeft het mogelijkheden m.b.t. begeleiding?
Ja, zie vorige vragen.
7.Hoeveel tijd kost het systeem de leerkracht per kind per jaar?
30 minuten per jaar.
Vergelijken van lvs ParnasSys en lvs CITO
Overeenkomsten:
·         In allebei kun je kijken naar de ontwikkelingsprognose van een kind per vak.
·         Allebei geven een overzicht van het kind weer op leerling-, groepsniveau.
·         Je kunt bij beide de gegeven erbij pakken om te kijken of het kind ergens op uitvalt.
·         Er wordt bij beide ongeveer dezelfde tijd ingestoken per kind per jaar.

Verschillen:
·         ParnasSys heeft ook een gedragsoverzicht in het LVS en CITO heeft dat niet en daar wordt SCOL voor gebruikt.
·         Ouders kunnen inloggen op ParnasSys en zien wat de leerkrachten willen dat ze zien.
·         CITO kan ook een overzicht maken van het kind op schoolniveau.

Wat zijn onze specifieke eisen aan een leerlingvolgsysteem?
·         Wij willen de ouders betrekken bij de ontwikkeling van hun kinderen. Daarvoor willen wij dat ze kunnen inloggen op de website en de ontwikkeling van hun kind kunnen zien.
·         We willen graag dat het LVS en LOVS samen in één programma zit, zodat je er gemakkelijk gebruik van kunt maken.
·         Je moet makkelijk de ontwikkeling van een kind/groep kunnen zien in bijvoorbeeld een grafiek of overzicht.
·         Het leerlingvolgsysteem moet makkelijk te gebruiken zijn voor de leerkrachten en andere personen die hier gebruik van maken.
·         De ontwikkeling van een kind moet duidelijk weergeefbaar zijn, zodat er eventuele interne of externe hulp aan te pas komt.

Keuze leerlingvolgsysteem:
Wij hebben gekozen voor het leerlingvolgsysteem ParnasSYs. We kwamen erachter dat CITO en ParnasSys niet veel van elkaar verschilden behalve op een aantal punten. Deze punten kwamen echter ook terug in ons eisenpakket voor het kiezen van een leerlingvolgsysteem. Deze punten waren dat ParnasSys een gedragsoverzicht in het LVS heeft en CITO dat niet heeft. Ook vinden wij het belangrijk dat ouders de informatie die wij vrij willen geven, kunnen bekijken.

Toepassingskaart 6: OUDERINFORMATIEAVOND

Opdracht A:

Hand-out motorische ontwikkeling

Lichamelijk - motorische ontwikkeling
Wat betreft de fysieke ontwikkeling is rond het vijfde levensjaar van een kind het typerende van een kleutergestalte te zien. Enkele eigenschappen hiervan zijn een verhoudingsgewijs groot hoofd met een sterke voorhoofdswelving en relatief korte armen en benen.

Wat betreft motoriek wordt onderscheid gemaakt tussen grove motoriek en fijne motoriek. Grove motoriek heeft betrekking op balans, voortbeweging en coördinatie van het hele lichaam en de fijne motoriek heeft voornamelijk betrekking op de functie van de handen. Bij de kleuters is het natekenen van letters en cijfers een uitdaging voor de ontwikkeling van de fijne motoriek, buiten de fijne motoriek vergt schrijven een goede hand-oog coördinatie. Kleuters gebruiken bij de beweging van een pen of potlood over het papier in eerste instantie hun hele arm en bewegen vanuit de schouder. Naarmate de ontwikkeling vordert, worden het lichaam en de schouder meer stil gehouden en komen de bewegingen vanuit de elleboog en nog later vanuit de pols- of vinger gewrichten (Alkema e.a., 2006)

Grove motorische ontwikkeling:
Volgens het GOVK, het Gouds Ontwikkeling Volgsysteem voor Kleuters, moeten kinderen begin groep 1:
ü  Lopen:  Een overgang maken van ongecoördineerd en wankel lopen naar ritmisch lopen.
ü  Rennen: Een overgang maken van rennen met overtollige lichaams- en armbewegingen en hetzelfde tempo als lopen naar rennen zonder overtollige bewegingen, met soepele beweging van voeten en in een hoger tempo.
ü  Huppelen: Een overgang maken van huppelen door schuifelen en huppelen met een voorkeursvoet naar huppelen door enkele passen de maken zonder voorkeursvoet.
ü  Springen: Met hulp en met twee voeten tegelijk gespannen van de grond springen.

Fijne motorische ontwikkeling:
Volgens het GOVK, het Gouds Ontwikkeling Volgsysteem voor Kleuters, moeten kinderen begin groep 1:
ü  Met twee handen, ongericht een bal kunnen rollen.
ü  Een pittenzakje of een bal in een ‘schaaltje’ van twee handen kunnen vangen.
ü  Een grote bal, onderhands, kunnen gooien.
ü  Bouwen met groot constructiemateriaal.
ü  Aanleren van een knipbeweging en knippen van een rechte en gebogen lijn.
ü  Plakken.
ü  Aanleren van de techniek van vouwen.
ü  Tekenen en schilderen: vrij werken met groot materiaal, inkleuren van grote vormen, stimuleren van de juiste pengreep.

Lichaamsorientatie
Kennis van het eigen lichaam à ledematen houding
Goed voor ruimtelijke orientatie van kind, wat weer handig is voor toekomst. (kaartlezen etc.)
Jonge kleuters tot 4 jaar
à benoemen eigen lichaamsdelen
Kleuters tussen 4 en 6 jaar à lichaamsdelen bij andere kinderen, poppen en knuffels
è Geen voorbeelden meer nodig, weten uit het hoofd
è Lichaamsdelen met ogen dicht aanwijzen
è Symmetrische bewegingen nadoen met geheel lijf.
è Zelf bewegingen bedenken bij verteld verhaal (een beweging tegelijk)

Vanaf 6 jaar:
è Meervoudige opdrachten zonder voorbeeld uitvoeren
è Eigen lichaamshouding zelf beschrijven

Tekenontwikkeling
Vertalen wat de kinderen zien en beleven.
Ontwikkeling van b egrip ervaring en expressie hebben een ongelijk verloop. Dit is vaak terug te zien in de tekening. Ze hebben vaak een beter begrip van de werkelijkheid dan dat ze in hun tekening laten zien.
Jonge kleuters tot 4 jaar
è Krassen en krabbelen
è Losse lijnen
è Cirkels
è Rechte kruisen
è Vierkanten
è Weten nog niet van tevoren wat ze gaan tekenen
è Kopvoeter als mens
Tussen 4 en 5 jaar:
è Kopvoeters meer details à verlenge kopvoeters (benen)
è Inkleuren
è Tekenblad wordt ingevuld met passende voorwerpen
è Van te voren plan gemaakt wat te tekenen

Tussen 5 en 6 jaar
è Volledig mensfiguur (hoofd romp armen benen)
è Veel details (kleren, hoedjes enz.)
è Tekenblad verder ingevuld met andere voorwerpen die bij tekening passen
è Leerkracht vragen naar achtergrond van tekeningen

Kleine motoriek
-          Het maken van kleine, subtiele lichaamsbewegingen
-          Observatiepunten: schrijven, tekenen, plakken en knippen

Grote motoriek
-          Bewegingspatronen worden voltooid, verfijnd en versoepeld.
-          Observatiepunten: buitenspelen en gymlessen

Kleine motoriek
-          Het maken van kleine, subtiele lichaamsbewegingen
-          Leren schrijven (vingerkootjes buigen zonder dat hele arm gaat meedoen)
-          Observatiepunten: schrijven, tekenen, plakken en knippen.


6-jarige
7-jarige
8-jarige
9-jarige
Kan eenvoudige schrijfpatronen maken
Kan moeilijkere schrijfpatronen maken
Heeft een voldoende schrijf- en zithouding
Maakt hoofdletters met een regelmatige vorm
Kan veters schrikken
Kan letters en woorden los schrijven, er is een aanzet tot aan elkaar schrijven
Schrijft schrijfpatronen, letters en cijfers met een regelmatige vorm, in een regelmatig ritme
Kan goede verbindingen maken van hoofdletters met overige letters
Er is sprake van een voorkeurshand bij verschillende handelingen (gooien, tekenen, haar kammen)
Kan een cirkel uit de losse hand knippen, d.w.z. heeft daar geen getekend voorbeeld voor nodig
Kan verbindingen tussen letters maken
Schrijft geautomatiseerd met kleine regelafstand, zowel in een schrijfschrift als in een andere schriftelijke taalgebruiksituaties


Heeft een goede vorming van hoofdletters




Grote motoriek
-          Alle bewegingspatronen die kinderen tot nu toe hebben ontwikkeld worden voltooid, verfijnd en versoepeld. Kinderen worden behendiger en sneller in allerlei verschillende situaties.
-          Er ontstaan grote verschillen tussen leerlingen (zichtbaar tijdens buitenspelen en gymlessen)
-          Competitie en uitdagingen


6-jarige
7-jarige
8-jarige
9-jarige
Evenwicht kunnen bewaren: tien seconden op één been staan, vijf keer hinkelen op een voorkeursbeen
Fijne bewegingspatronen kunnen coördineren:
  • over een balk lopen
  • touwtje springen
  • bal laten stuiteren en vangen
Uithoudingsvermogen neemt flink toe, snelle herstelperiode na intensief beweging

Een stuiterende bal kunnen vangen

Langdurig een beweging kunnen uitvoeren, krachttoename

Een kleine bal kunnen vangen

Bovenhands werpen met een voorkeurshand, goed vangen van een grote en kleine bal, met en zonder stuiteren



Steeds verdere beheersing van zwaaien, diepspringen, steunspringen, rollen, duikelen, balanceren, loopspringen, klimmen, sprinten



Ontwikkeling van spel inzicht en regels




9 – 12 jaar.

Motorische ontwikkeling wordt verder verfijnd.
Goed uithoudingsvermogen,
Spieren worden sterker,
Vaardigheden krijgen ze sneller onder de knie.
Duidelijkere scheiding tussen motorisch vaardige en minder vaardigere kinderen.
Kinderen ontwikkelen belangstellingen, als het kind geen belangstelling heeft voor bewegen zal hij ook minder vaardig en ontwikkeld zijn.
Sociale verhoudingen worden vaak gebaseerd op motorische vaardigheden: De leider van een groepje is vaak iemand die motorisch sterk is, bijvoorbeeld een goede voetballer.
Dit maakt dat sport een belangrijke rol speelt voor kinderen.

Opdracht B:

Schoolgids:

Verslagen en rapportage
Naar aanleiding van observatie, toetsing en registratie vindt er een rapportage naar ouders plaats. Er zijn drie momenten in het jaar waarop we de vorderingen van de kinderen bespreken met ouders. In de schoolkalender vind je de data van de rapportages/ verslagen.
Contact buiten de geplande gesprekken tussen stamgroepleerkracht en ouders
Wanneer een stamgroepleerkracht een onverwachte ontwikkeling bespeurt, of er om andere reden contact met de ouder(s) wenselijk is, neemt de stamgroepleerkracht contact op met de ouders. Andersom is het ook de bedoeling dat ouders bij zorgen of vragen over hun kind, of bijv. een veranderde thuissituatie, contact opnemen met de stamgroepleerkracht.
Oudergesprekken:
Hoe worden de gesprekken voorbereid?
Naar aanleiding van de rapporten worden de gesprekken voorbereid. De rapporten zijn het uitgangspunt. Dit wordt met de duocollega besproken.
Hoe vaak vinden er 10 minuten gesprekken plaats in een jaar?De gesprekken vinden 3 keer per jaar plaats.
- November: subjectieve rapportage, dit gaat over het gedrag.
- Maart; objectieve rapportage; zoals de vakken rekenen, spelling
- Juni; naar aanleiding van het subjectief en objectief rapport.
Is zo’n gesprek met beide leerkrachten?Ja.
Hoe verloopt de organisatie bij tien-minuten gesprek?De school heeft een speciaal programma op de computer. Daar worden de namen van de kinderen ingevuld. Dit programma maakt vervolgens een rooster met daarin de tijden voor de ouders. Broertjes en zusjes volgen elkaar op. Het is dus niet zo dat de ouders een paar uur moeten wachten voordat ze naar een volgend gesprek kunnen. Dan gaan de brieven mee naar huis en kunnen de ouders aangeven of ze kunnen of niet. Als ouders niet kunnen wordt het gesprek op een andere tijd gepland, anders gaat het gewoon door.
Hoe ziet een tien-minuten gesprek er globaal uit?De leerkracht vraagt eerst aan de ouders hoe het met ze gaat. Ze stelt de ouders op hun gemak. Daarna vraagt ze aan de ouders of de ouders nog iets te melden hebben. Is er iets opgevallen bij de ouders naar aanleiding van het rapport? Of is er iets wat de leerkracht moet weten?
Dan wordt het rapport besproken met de ouders. De leerkracht houdt de gegevens van het kind erbij en vertelt over het kind en de resultaten van het kind.
Naar aanleiding van de resultaten, bepalen de ouders en leerkracht samen waar een kind aan moet werken.
Sommige gesprekken zijn snel klaar als het goed gaat.
Als er meer punten te bespreken zijn dat wordt er een vervolgafspraak gemaakt. Maar de school streeft naar het niet uitlopen van gesprekken.
Welke soorten gesprekken zijn er?- 10 minuten gesprek
- Groep 8: voorlopig schooladvies en eindgesprek. Dit gebeurt vaak gecombineerd.
- Gesprekken met een aanleiding. Bijvoorbeeld een kind dat zorg/ hulp nodig heeft.
- Ouders of leerkracht vraagt een gesprek aan.


Opdracht C:


Toepassingskaart 5: TEAMROLLEN EN TEAMGEDRAG

Uitslag van de test:
De hoeder.
Hoeders kijken naar zaken in het licht van persoonlijke waardne en maken niet snel koele, zakelijke afwegingen. Ze hebben een hang naar het verleden en traditie, zijn idealistisch en verbinden zich met hun hele hart en verstand aan datgene waarin zij geloven.
Ze nemen duidelijke standpunten in, en bepalen hun standpunt door voor zichzelf na te gaan wat ze moreel en ethisch juist vinden. Zij zijn daarbij heel stellig: goed is goed en fout is ook echt fout.
Houders vinden persoonlijke waarden belangrijker dan technische vaardigheden en prestaties.
Door anderen worden ze graag gezien als ontvankelijk, integer en betrouwbaar. Je kunt houders typeren als hartelijke en sympathieke mensen, die graag gezelschap om zich heen hebben.
Ze zijn sociaal en gedragen zich loyaal en ondersteunend naar degenen die ze mogen. Houders hebben uitgesproken gevoelens en voelen ook andermans stemmingen, gevoelens en reacties goed aan. Ze zorgen voor goede onderlinge verhoudingen in de familie- en vriendenkring en binnen een team.
Ze luisteren actief en betrokken en zijn goed in adviseren, motiveren en bemiddelen.
Kwaliteiten van de hoeder:
Attent, behulpzaam, beschermend, betrokken, communicatief, idealistisch, invoelend, gericht op waarden en normen, loyaal, ondersteunend, ontvankelijk, samenwerkend, sensitief, sociaal, verbindend, zorgzaam.
Uit de uitslag van de test blijkt dat ik een hoeder ben. Dit had ik al verwacht. Ik ben erg behulpzaam naar anderen toe en ben ook erg betrokken. Ik hou van gezelschap om me heen. Verder vind ik goede onderlinge verhoudingen ook erg belangrijk in een team/ vriendengroep/ familie.
Verder kan ik ook goed luisteren. Ik bied mensen vaak een luisterend oor aan. Ik adviseer mensen als ze daarom vragen. Ook bemiddel ik wel eens als er onenigheid is.
Op de tweede plaats staat werker. Ook dit klopt wel. Ik werk erg hard. Verder ben ik actief, gemotiveerd en resultaatgericht. Het is niet zo dat ik eenvoudig ben, want ik denk soms veel te moeilijk. Ik hou van duidelijkheid en wil graag weten welke taak ik op me kan nemen.
Op de laatste plaats staat strijder. Dit had ik wel verwacht. Als ik beslissingen maak, dan probeer ik niet andere mensen erbij te betrekken. Ook kan ik prima samenwerken. Ik hou er niet van om de leiding in een team te nemen. Ik werk liever op de achtergrond aan mijn taak. De leiding nemen vind ik dus niet zo belangrijk.

Toepassingskaart 2: VISIE-DRIELUIK



Toepassingskaart 4: INDIVIDUELE ORIENTATIE

Individuele oriëntatie:
A.    Analyseren van websites.
-          Kies 3 basisscholen uit waarvan jij vindt dat die een aantrekkelijke website hebben.
-          Bekijk kritisch de door jou gekozen websites (drie in totaal) aan de hand van de volgende aandachtsgebieden:
1.    Identiteit/ visie/ speerpunten
2.    Het team, de MR en onderwijsbeleid
3.    Ouderparticipatie
4.    Basisschoolgroepen in beeld
5.    Informatie voor ouders en leerlingen (denk aan bijvoorbeeld overblijven)
6.    Beschikbaarheid schoolgids en andere documenten
-          Noteer per aandachtsgebied kort en bondig je bevindingen
1. Basisschool de Marnixschool:
1.    Identiteit/ visie/ speerpunten
Deze punten zijn op de website niet in een oogopslag te vinden. Wel staat de identiteit, de visie en de speerpunten van de school in de schoolgids duidelijk beschreven.
2.    Het team, de MR en onderwijsbeleid
Is er een duidelijk kopje die verwijst naar het team, het is een kopje met schoolteam erop. Als je erop klikt dan zie je een teamfoto.
Op de website staat onder het kopje de organisatie de MR en de ouderraad. Dit is duidelijk te vinden. Het onderwijsbeleid is te vinden in de schoolgids. Dit staat verder niet op de website vermeld.
3.    Ouderparticipatie
Ik kan dit niet terug vinden op de website van deze school.
4.    Basisschoolgroepen in beeld
Onder het kopje groepen heeft elke groep een eigen pagina die onderhouden word. Elke klas houdt een soort van dagboek bij en er staan ook foto’s van de groepen bij het fotoalbum. Dit is erg uitgebreid en de pagina wordt door de meeste groepen goed bijgehouden.
5.    Informatie voor ouders en leerlingen (denk aan bijvoorbeeld overblijven)
Er is een duidelijk kopje met kalender. Hierin wordt het vakantierooster, het maandrooster en de jaaractiviteiten aangegeven. Dit kan erg handig zijn voor de ouders en de leerlingen. Verder staat er nog meer informatie bij het kopje links. Ook dit is zowel voor de leerlingen als voor de ouders.
6.    Beschikbaarheid schoolgids en andere documenten
Er is heel snel en duidelijk te vinden waar de schoolgids staat. Deze staat ver bovenaan de pagina in het linkermenu waar de rest van de kopjes ook te vinden zijn. Voor de rest is er meer informatie te vinden onder de kopjes ‘ de zorg’ en ‘de organisatie’.

2. Basisschool de Sleutelbloem:
1.    Identiteit/ visie/ speerpunten
De speerpunten worden meteen duidelijk als je op de begin pagina van de website komt. Onder het knopje ouders wordt meteen de visie van de school bekend. Het is allemaal erg duidelijk. In de schoolgids staat de identiteit van de school beschreven. Verder wordt er in de schoolgids opnieuw de visie van de school beschreven.
2.    Het team, de MR en onderwijsbeleid
Onder het knopje ouder is ook de MR te vinden. Als je hierop klikt zie je meteen een overzicht van de MR. Als je het team van de Sleutelbloem wilt vinden moet je eerst op de goede locatie klikken. Vervolgens moet je op school klikken en dan pas zie je het team. Een teamfoto is er niet, maar er is wel een duidelijk overzicht van de leraren. Zo is er iets te vinden over de locatieleider, de tutorleerkracht, de IB-er, de ICT-er en de leerkrachten van de klassen. Het onderwijsbeleid is terug te vinden in de schoolgids.
3.    Ouderparticipatie
Er is een kopje met ouders. Als je hierop klikt krijg je duidelijke informatie gericht op de ouders. In het deel van de Sleutelbloem zelf zijn er schoolbrieven en nieuwsbrieven voor de ouders.
4.    Basisschoolgroepen in beeld
Per school is dit duidelijk. Op de Sleutelbloem wordt een soort van dagboek bijgehouden. Er wordt veel verteld over de ervaringen van de leerlingen en over dagjes uit die de kinderen maken. Op de site van de groepen staan ook allerlei foto’s van de leerlingen. De pagina’s worden beheerd door de leerkracht en elke groep heeft een eigen pagina.
5.    Informatie voor ouders en leerlingen (denk aan bijvoorbeeld overblijven)
Er zijn duidelijk kopjes voor de ouders. Deze staat op de homepage. Onder het kopje ouder vallen de visie, de schoolgids, de vakanties, de MR en handige websites.
6.    Beschikbaarheid schoolgids en andere documenten
De schoolgids is makkelijk te vinden en staat duidelijk aangegeven. Ook worden er nieuwsbrieven aangeboden. De beschikbaarheid is er goed en groot.

3. Basisschool de Roomburg:
1.    Identiteit/ visie/ speerpunten
De visie staat omschreven in het kopje; ‘wie zijn wij’. Ik vind dat het er onduidelijk staat. Je kunt het niet snel vinden. Ik vind dat een visie van een school moet knallen op de beginpagina. Maar op de beginpagina staat juist het nieuws van de school. Dit vind ik minder belangrijk dan een visie, een identiteit of speerpunten. In de schoolgids staan de drie punten wel duidelijk beschreven.
2.    Het team, de MR en onderwijsbeleid
Er is een teamfoto aanwezig. Deze is terug te vinden bij het kopje ‘wie zijn wij’. Ook is daar informatie over de MR terug te vinden. Het onderwijsbeleid staat in de schoolgids beschreven.
3.    Ouderparticipatie
Dit is vooral terug te vinden onder de kopjes ‘nieuwe ouders’ en ‘informatie voor ouders’.
4.    Basisschoolgroepen in beeld
Er is een apart kopje voor groepen. Elke groep heeft een eigen pagina die de leerkracht bijhoud. Er staat algemene informatie op deze pagina over de groep, maar er staan ook andere dingen op. Bijvoorbeeld informatie over thema’s of uitjes. Er worden dan vooral verslagen geschreven en geplaatst op de pagina. Ook is er een fotoalbum waar de kinderen op staan.
5.    Informatie voor ouders en leerlingen (denk aan bijvoorbeeld overblijven)
Er is erg veel aandacht besteed aan informatie voor ouders. Er zijn meerdere kopjes voor de ouders; nieuwe ouders en informatie voor ouders. Onder de informatie voor ouders is informatie te vinden over het vakantierooster, het gymrooster, de klachtenregeling, traktaties op school, hoofdluis, schoolmelk etc. Ook de leerlingen hebben een eigen pagina met allerlei spelletjes en oefeningen.
6.    Beschikbaarheid schoolgids en andere documenten
Er zijn veel beschikbare documenten voor de ouders en leerlingen. Zo is de schoolgids duidelijk te vinden onder het kopje ‘informatie voor ouders’. Verder is ook de nieuwsbrief te downloaden.

B. Analyseren van schoolgids
- Je neemt kritisch de schoolgids van jouw stageschool door.
- Noteer inzichten / tips m.b.t. inhoud en vormgeving van de schoolgids; deze inzichten / tips kunnen later van pas komen wanneer je zelf een schoolgids dient op te stellen (als onderdeel van de schoolwebsite).

Jenaplanbasisschool ‘De Waterval’ in Lisse



INHOUDSOPGAVE
Voorwoord 4

1. Onze school 5
·         De organisatie 5
·         Het bestuur 5
·         De medezeggenschapsraad 5
·         De directie 5
·         Samenwerkingsverbanden 5
·         Identiteit 5
·         Geschiedenis 6
·         Situering 6

2. Jenaplanonderwijs, van achtergronden
naar praktijk 7
·         2.1 Achtergronden en uitgangspunten 7
·         2.2 Waar de school voor staat 7
·         2.3 Elk mens is uniek 8
·         2.4 Stamgroepen 8
·         2.5 Basisactiviteiten 8
·         2.6 Overige activiteiten 9

3. De zorg op onze school 12
·         3.1 De opvang van nieuwe kinderen in de school 12
·         3.2 Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school 13
·         3.3 De speciale zorg op onze school 13
·         3.4 Begeleiding door andere diensten 15
·         3.5 Vervolgonderwijs 16
·         3.6 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school 17

4. Het team 18
·         4.1 Vervanging 18
·         4.2 De begeleiding en inzet van stagiaires van PABO’s 18
·         4.3 Scholing 18

5 De ouders
·         5.1 Contacten tussen ouders en school 19
·         5.2 Ouderparticipatie 19
·         5.3 Inrichting van de school/ het lokaal 20
·         5.4 Klachtenregeling 20
·         5.5 Vrijwillige ouderbijdrage 21
·         5.6 Aansprakelijkheid 21
·         5.7 Voor- en naschoolse opvang 21

6. Speciale gebeurtenissen 22

7. Werkgroepen 23

8. Praktische zaken 25
·         8.1 Schooltijden 25
·         8.2 Bewegingsonderwijs 25
·         8.3 Verzuim 26
·         8.4 Hoofdluis 26
·         8.5 Schoolse zaken 27

9. Overblijven 28

Er is een duidelijke inhoudsopgave. Er zijn veel hoofdstukken die onderverdeeld worden in kopjes. Alles is duidelijk terug te vinden in de schoolgids.
De vormgeving: er wordt gewerkt met veel illustraties en foto’s van de kinderen en van de school. Alles wordt duidelijk aangegeven. Als er een nieuw kopje begint staat dit dikgedrukt en is erg duidelijk.